Een worsteling met mijn olifant
Eten; of het nu zoet is of zout. Ik ben er gek op. En dat is haarfijn terug te zien in mijn opvoeding. Dat wat ik er in stop, komt er ook weer uit. ‘Mama, zullen we gezellig een filmpje kijken en lekkere hapjes op tafel zetten?’ Mijn kind zet prachtig een spiegel voor me neer. Ik zet eten overal voor in. Als ik verdriet heb, grijp ik naar de chocolade. Als ik me verveel, pak ik een stukje kaas. Als er ook maar een glimp van viering aan de horizon is, dan vieren we dat toch met een etentje. En bij de eerste zonnestraal pak ik een terrasje. Gezellig toch.
Twijfel Klopt, maar natuurlijk is er ook de schaduwzijde. Ik draag heel wat kilo’s teveel met me mee. En dat is nou net niet waar ik trots op ben. En hoewel ik vind dat niet elke yogadocent megamager moet zijn, twijfel ik toch soms, als ik voor mijn groepen sta. En als mijn dochter vraagt of we gaan zwemmen, zakt me de moed in de schoenen. Mijn collega herkent het precies. Ook zij gaat gerust puffend en hijgend een berg beklimmen in de gloeiend hete zon met de lange broek nog aan. En met de zomer in het vooruitzicht mijmeren we over streng diëten of niet. Ik heb mezelf stellig voorgenomen nooit meer te zwichten voor een crashdiët. En dat ga ik ook zeker niet doen, maar met nog maar een kleine 3 maanden voor mijn vakantie, slaat de twijfel soms toe.
“Maar met nog maar een kleine drie maanden voor mijn vakantie, slaat de twijfel soms toe.”
Onderbewust Wat maakt het toch dat we weten dat als we voor de lange termijn gaan, we echt blijer worden, maar ons vervolgens wel weer met een zak chips op de bank nestelen? En daar komt de olifant om de hoek zeilen. Volgens de Bridgeman methode staat de olifant symbool voor ons onderwuste. Het oeroude systeem in onze hersenen (limbisch systeem), waar voornamelijk onze gevoelens en verlangens zitten. En dat ons voor 95% aanstuurt en maar twee ‘wensen’ heeft: genot zoeken en pijn vermijden puur om te overleven.
Vijf hindernissen Olifanten zijn ook nog eens gewoontedieren en willen niet zo graag veranderen. En als je dat dan wel wilt, dan gaan er allerlei programma’s lopen. Weerstand; ik vind het echt vreselijk om zo ongezellig zonder een hapje op de bank te zitten. Verleiding: oh het ziet er zo lekker uit. Vermoeidheid; ik ben zo moe, ik heb wat energie nodig, dus ik moet wat eten. En snelle suikers werken het beste. Twijfel; zo erg is het toch niet. Onrust; Ik verveel, dus ik ga toch even lekker genieten.
Met kleine stapjes En zo maakt het dat we heel wat worstelingen moeten doorlopen om niet weer iets lekkers in ons mond te stoppen. Het Lichter Leven programma biedt natuurlijk allerlei hulpmiddelen om hier beter mee om te gaan, maar omdat het mijn achilleshiel is, maak ik kleine stapjes, maar ben ik er nog lang niet. Ik houd je op de hoogte. En mocht je de oplossing hebben? Ik hoor het graag.
Liefs,
Claudia
Comments